“EEN HOND EN EEN KAT” van CLAIRE MASURE en BOB KOLAR
Twee samenwonende huisdieren, een hond en een kat, vechten als twee traditionele
vijanden. Elke dag hebben ze ruzie. Om hun speeltjes, een stoffen muis en een bal.
“Zie je deze nagels, blijf dus maar van mijn muis af!” waarschuwt de in blauw gekleurde kat.
“Zie je deze tanden, blijf dus maar van mijn bal af !” waarschuwt de in oranje gekleurde hond.
Op een dag ontdekken ze dat ze elkaar wel nodig hebben.
Het favoriete speelgoed van de kat valt in het water en de bal van de hond belandt in een boom.
De verschillende talenten en vaardigheden die de dieren hebben, kunnen ze nu goed gebruiken om elkaar te helpen en elkaars leven te verrijken.
De kat kan namelijk klimmen en de hond kan zwemmen.
Nadat ze elkaar geholpen hebben, worden ze goede vrienden.
Dit prentenboek kan goed gebruikt worden bij een introductie van het maken
van een GPG ( GedragsPatroonGrafiek) en het maken van een relatiecirkel.
Eerst bepaal je welke variabelen in het verhaal voorkomen.
Woede kat, woede hond, jaloers zijn, uitdagen kat, uitdagen hond,
Het onderwerp van de GPG moet een variabele zijn: iets dat kan toe- of afnemen in de tijd.
Bijvoorbeeld: de woede van de hond, de woede van de kat…
De x-as (de horizontale as) geeft de tijd weer, de y-as (de verticale as) geeft de mate van
welbevinden weer.
De grafiek laat zien HOE het gedrag ( het welbevinden) verandert als de TIJD verstrijkt.
De driehoekjes op de x-as: aan het begin, in het midden en aan het einde van het verhaal.
Meester Louis 