SINTERKLAAS, WIE KENT HEM NIET, SINTERKLAAS, ……SINTERKLAAS VROEGER EN NU

“Het sinterklaasfeest is, ondanks de populariteit van de kerstman en de controverses rondom zwartepiet, nog altijd een geliefd moment in het jaar.
De combinatie van cadeaus voor iedereen en huiselijke gezelligheid in de donkere winterperiode maakt het feest populair onder Nederlanders van alle leeftijden.
Sinterklaas maakt gewoon deel uit van ons cultureel erfgoed ( dat is toch zo!):
een traditie die het heden met het verleden verbindt.”
Veel schilders kozen het Nicolaasfeest als onderwerp. Zo schilderde Jan Steen een pakjesavond bij een gezin thuis, met lachende en huilende kinderen. Zoveel is er eigenlijk nog niet veranderd……
Geef eens een les over het sinterklaasfeest vroeger en nu.
Doe dit aan de hand van het schilderij van Jan Steen “Het St. Nicolaasfeest”.

De kinderen maken op deze manier ook kennis met de oude meesters.
Gebruik de vormgever : VENNDIAGRAM ( in het midden: overeenkomsten.
links en rechts: verschillen).
WERKWIJZE:

DEEL HET WERKBLAD “KIJKWIJZER” UIT.

BEKIJK SAMEN MET DE KINDEREN HET SCHILDERIJ.
VUL SAMEN MET DE KINDEREN HET WERKBLAD IN.
GEEF DAARNA INFORMATIE OVER DE SCHILDER EN HET SCHILDERIJ.
DEEL VERVOLGENS HET WERKBLAD “VENNDIAGRAM” UIT.
LAAT DE KINDEREN OPSCHRIJVEN HOE HET SINTERKLAAS NU EN VROEGER
GEVIERD WORDT/WERD.
INFORMATIE SCHILDERIJ:
“Op Jan Steens beroemde schilderij ‘Het Sint Nicolaasfeest’ is de combinatie van werkelijkheid en boodschap te zien. In eerste instantie zie je tien mensen op een gezellig familietafereel. Een meisje heeft van de Sint een paar mooie cadeaus gekregen en is daar zichtbaar blij mee. Maar al snel valt je ook de huilende jongen op, links op het schilderij. Het meisje rechts van hem laat zien waarom hij huilt: hij heeft van de Sint een roe in zijn schoen gekregen. De rest van de familie lacht hem er flink om uit: sliep uit, had je maar braaf moeten zijn dit jaar! Op deze manier schilderde Jan Steen de boodschap van het sinterklaasfeest: wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe. Een Sinterklaasboodschap die ook nu nog elk jaar in surprises en gedichtjes terugkomt.” (bron: anno.nl)

FILOSOFEREN MET KINDEREN DAAR KRIJG IK RILLINGEN VAN EN TEGELIJKERTIJD VOELT HET ALSOF IK EEN WARME DEKEN OVER MIJ HEEN KRIJG.

De belangstelling voor filosoferen met kinderen is aan het groeien.
“De bedoeling van het filosoferen met kinderen is niet het ontrafelen van grote filosofische werken van weleer.” ( samenonderwijsmaken)
Bij het filosoferen met kinderen gaat het niet om een filosofieles
maar om filosofische gesprekken.

Kinderen krijgen geen les over bekende filosofen, ze leren niet wat al die grote filosofen allemaal gedacht hebben ,maar ze gaan actief praten over vragen (en nadenken over vragen) waar geen eenduidig antwoord op is.

Filosoferen met kinderen is een activiteit met kinderen.
Een activiteit waarin kinderen zelfstandig leren denken, hun gedachten leren verwoorden, leren om naar elkaar te luisteren en elkaars meningen te respecteren. Dat zijn (filosofische) vaardigheden die zij nu en in de toekomst ( en hun leven lang) nodig hebben.
En die kansen om die vaardigheden te ontwikkelen zou elk kind aangeboden moeten krijgen.
“Filosoferen is kansen creëren” (Wim van Rooy en Willy Poppelmonde)

“Kinderen denkvaardigheden aanleren, betekent niet dat ze geen feiten meer hoeven te leren.
Feiten zijn de klei, denkvaardigheden gebruik je om van die klei mooie en/of nuttige dingen te maken” ( bron Universiteit van Middelbeers)

Filosoferen in de klas is een denk- en praatactiviteit rond een moeilijke vraag.

Hoe weet je hoe je het filosoferen het beste kunt aanpakken in de klas?
Er zijn de laatste jaren heel veel boeken verschenen waarmee je aan de slag
kunt gaan in de klas.
Prentenboeken vormen uitstekend materiaal als uitgangspunt voor het
filosoferen met kinderen.
“Prentenboeken , waarin kleine en grote thema’s aan de orde komen, geven voldoende inspiratie om filosofische gesprekjes aan te gaan.”
“Heel veel prentenboeken zetten aan tot nadenken over gevoelens
en geeft op een eenvoudige manier een eerste aanzet tot filosoferen.”
Eigenlijk kan alles een aanleiding zijn om een filosofisch gesprek
te beginnen…..en in vele lessen zitten aanknopingspunten om met kinderen te
praten over zichzelf en de wereld om hen heen.
“Met filosoferen wordt bedoeld: het verhelderen van gedachten en zeggen wat je vindt. De leerkracht moet zijn intellectuele kennis en vaste denkpatronen aan de kant zetten om te luisteren naar wat kinderen te zeggen hebben. Hij moet leren denken als een kind. Zo’n filosofisch gesprek begint meestal met een concreet voorbeeld uit het dagelijks leven.” ( JSW maart 2005)

Wil je meer over het filosoferen met kinderen te weten komen,
neem eens een kijkje op de diverse websites.

UITSPRAKEN VAN KINDEREN N.A.V. HET FILOSOFEREN MET KINDEREN:
AANKLIKKEN

Deze boeken, prentenboeken/verhalen heb ik ooit gebruikt om met kinderen te filosoferen:

“POEKA”: een prentenboek van Lucrèce L’Ecluse met illustraties van Gitte Vancoillie.

Poeka is een kat die zich allerlei vragen stelt. In de stad ontmoet ze Mohammed en ze sluiten vriendschap. Samen gaan ze op verkenning en zoeken ze antwoorden op hun vragen over dood, vriendschap, geluk, fantasie, thuis voelen, vreemdeling zijn…Aan de hand van gerichte vragen uit de handleiding ( via internet te krijgen) van Jan Knops, kun je met kinderen rond dit verhaal gaan filosoferen

De verhalen van ARNOLD LOBEL, over Kikker en Pad bijvoorbeeld.

ANNEMARIE VAN HAERINGEN “Het begin van de zee?”

MARLEEN WESTERA “Schaap en geit”

De boeken van BERRIE HEESEN “Klein maar dapper”, “Kinderen filosoferen” en “Vliegende papa’s” dienen voor velen nog steeds als inspiratiebron.

Filosoferen met kinderen: je moet het gewoon doen…laat je enthousiasme groeien……en al doende leer je…ga samen met de kinderen op ontdekkingstocht ……

COEN SIMON ( illustraties LINDA DE HAAN): “ER ZIT EEN GAT IN. De wereld van Spriet.

“Er zit een gat in de wereld en wie in dat gat valt verdwijnt voor altijd. Dat is eng, maar je kunt er ook grappen over maken.”

“Er is niet niets. Er is wél niets. Er moet iets zijn. Niets!” ( uit “Er zit een gat in”)

Het lijkt me heerlijk om met kinderen met dit boek aan de slag te gaan.

ZEG HET VOORT!

BOEIEND ONDERWIJS: INSPIREREN IN LEREN. WIE ZIJN MIJN INSPIRATIEBRONNEN?

Mijn doel is: altijd blijven leren, ontplooien en ontwikkelen.
Ik laat me graag omringen door mensen met passie , die een doel voor ogen hebben en daar aan werken en anderen hierin mee kunnen nemen.
Mensen die van problemen kansen maken…
Mensen die iets voor een ander willen betekenen…
Mensen die ideeën omzetten van creativiteit in concreet handelen zelfs
in heel kleine zaken….

Er zijn véél inspiratiebronnen die mijn leven en denken hebben verrijkt, die mij geholpen hebben in mijn eigen zoektocht en me nog steeds enorm bemoedigen.

Op het gebied van BOEIEND ONDERWIJS ken ik o.a. twee mensen die in mogelijkheden denken,
die dichte deuren kunnen doorbreken en nieuwe openingen kunnen creëren om zo
een kruisbestuiving Boeiend Onderwijs mogelijk te maken.
Twee mensen wiens voorruit groter is dan de achteruitkijkspiegel.
Twee mensen die theoretische kennis kunnen omzetten in praktijkgericht denken en in praktijkgericht advies.
Mede dankzij deze twee mensen kon ik al mijn theorie m.b.t. Boeiend Onderwijs gemakkelijk
naar de praktijk omzetten om zo meer kennis, creativiteit en ideeën te verkrijgen.

Wie deze twee mensen zijn?

Kijk maar eens naar http://www.inspirereninleren.nl

IK DENK GEWOON: DENKGEWOONTEN MOETEN IN HET ONDERWIJS EEN GEWOON GOED WORDEN.DAN IS HET OOK GEWOON GOED!

DENKGEWOONTEN:

De manier waarop we omgaan met nieuwe informatie
De stappen die we in ons hoofd zetten om problemen/vraagstukken op te lossen.
De denkstappen die we maken.
Het gemak waarop we iets leren.

DENKGEWOONTEN:

“Uit onderzoek blijkt dat mensen over heel veel strategieën beschikken om problemen op te lossen.
Deze strategieën zijn door wetenschappers onderverdeeld in denkgewoonten.”
Denkgewoonten zijn de resultaten van:
• onze denkwijze
• wat er in ons hoofd omgaat
• wat er om ons heen gebeurt
• hoe we onze mening vormen
• hoe we dingen op een rij zetten
• hoe we meningen vergelijken.

Hoe ontwikkel je deze denkgewoonten bij kinderen?
Hoe ga je in de klas werken met de denkgewoonten?
Hoe leer je de kinderen de denkgewoonten herkennen?
Hoe leer je kinderen de betekenis van de denkgewoonten kennen?
Hoe kun je met kinderen het gebied van de denkgewoonten verkennen?

In de lente van 2009 kwam ik op het idee om een doeboek samen te stellen om op een creatieve manier te werken met denkgewoonten en meervoudige intelligentie.
Een doeboek om de denkgewoonten te verkennen en te leren kennen.
Kortom: op een creatieve en speelse wijze bezig zijn met DENKGEWOONTEN en MI.
Een doeboek om af en toe gedeeltes van te doen of juist achter elkaar door te werken.

DENKGEWOONTEN MUUR:
De kinderen gaan op zoek naar plaatjes, foto’s, teksten etc. die te maken hebben met de denkgewoonten. Vervolgens worden die plaatjes, foto’s aan de denkgewoonten muur opgehangen.
Bijvoorbeeld zo:

INTRODUCEREN VAN DE DENKGEWOONTEN:
Doe het aan de hand van een spel of aan de hand van een verhaal.

PRENTENBOEKEN EN DENKGEWOONTEN:
In elk prentenboek zitten denkgewoonten. Hier kun je in de klas meewerken.
Hoe heb ik het gedaan?
Kiezen van prentenboeken
Voorlezen van een prentenboek
Werkbladen samenstellen met diverse opdrachten zoals bijvoorbeeld
“op zoek naar denkgewoonten in een prentenboek”
In het begin koos ik zelf een aantal denkgewoonten uit en kinderen mogen op hun werkblad opschrijven waar die denkgewoonten in het verhaal voorkomen.
Later kun je de kinderen zelf op zoek laten gaan naar de denkgewoonten in het prentenboek/ verhaal. De kinderen dragen argumenten aan waarom zij die denkgewoonten gekozen hebben en noteren deze op een werkblad.

Ik heb heel veel boeken van Max Velthuijs gebruikt.
Hier een voorbeeld van een werkblad ( boek Max Velthuijs “Kikker is een vreemdeling”):

De plaatjes van de verschillende denkgewoonten zijn door
Djamilla Rouschop getekend.
De andere plaatjes ( werkbladen) zijn van internet gehaald (en van de betreffende kinderboeken).

MEERVOUDIGE INTELLIGENTIE: WOW, DAT IS KNAP!

De afgelopen jaren is er in het onderwijs een
groeiende aandacht voor wat heet “meervoudige intelligentie”
Deze term ( MI) is in de jaren negentig met inhoud en al over komen waaien uit de Verenigde Staten.

De Amerikaanse leerpsycholoog Howard Gardner ontwikkelde de theorie van 8 intelligenties.
Iedereen heeft ze, maar ieder gebruikt ze op eigen wijze.
De ene intelligentie is bij een mens beter ontwikkeld dan de andere.
Mensen zijn verschillend!

Het werken met MI betekent dat je als leerkracht
rekening houdt met de verschillende mogelijkheden van kinderen.
Het is de bedoeling dat je bij ieder kind kijkt
waar het goed in is en waar het dus ‘knap’ in is.
Ieder kind is namelijk wel ergens goed in, maar lang niet in alles en
soms op hele andere gebieden dan andere kinderen.
Als leerkracht kun je dus inspelen op deze verschillende gebieden
( de verschillende intelligenties)
Maar welke intelligenties kunnen wij nu onderscheiden?

Woordslim – Beeldslim – Denkslim – Lichaamslim
Muziekslim – Zelfslim – Mensenslim – Natuurslim

Door deze slimheden (woordslim, denkslim, beeldslim, natuurslim, muziekslim, lichaamslim, mensenslim en zelfslim) in een cirkel weer te geven en per kind op te hangen in de klas, wordt voor ieder kind duidelijk waar hij/zij goed in is?

Vorig jaar ( januari 2012) heb ik een digitale versie van de MI cirkel gemaakt.

Een digitale versie van de MI cirkel:
De achtergrond is een JPEG bestand.
De namen kun je op de voorgrond plaatsen.
Je kunt de namen: vergroten, verkleinen,
van leuke kleurtjes voorzien en steeds veranderen.
Wil je nog leuke plaatjes of tekeningen toevoegen dat kan natuurlijk ook.
De cirkel kun je vaker veranderen.
De MI cirkel kun je vergroten en verkleinen.
En als je het geheel laat plastificeren ziet het er zeer verzorgd uit.

BOEIEND ONDERWIJS……DAT BOEIT MIJ

EN DAT PAST OOK BIJ MIJ:

ONDERWIJS ……..